Over schaamte
en vergeving
Ik zie de jongens, mijn zoon en zijn vriend, lachen en voel aan alles dat het om mij gaat. Ik kijk moeder en dochter aan die voor me in de hal staan, terwijl ik me zo goed mogelijk probeer te gedragen zonder dat ik al te grote schade berokken. De moeder praat verder, maar haar woorden verdwijnen tussen het gelach van de jongens, het ongemak dat ik voel en de kleuren die ik zie. De plantmedicijn ceremonie die ik ’s middags deed was voor mij duidelijk nog niet afgelopen. Deze confrontatie met het dagelijkse leven mocht ik nog even meepikken in mijn reis.
Hoe nuchterder ik word, hoe groter het gevoel van schaamte dat in mij groeit. “Ah nee! Hoe heb ik toch in hemelsnaam dít kunnen doen?!?”. Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. Ik voel mezelf stom en waardeloos en totaal voor aap staan. “Wat zullen die mensen wel niet denken?”. Ik had mijn zoon ook kunnen laten ophalen door zijn vader, dan hadden we er vast om moeten lachen achteraf. Maar nee, ik moest hem zelf ophalen, als verantwoordelijke ouder, want hij moest zijn Engelse woordjes nog leren en ik had beloofd hem daarbij te helpen. Mijn zoon teleurstellen was geen optie. Dus, deze verantwoordelijke onverantwoordelijke moeder bedacht het zelf op te lossen en moet nu op de blaren van schaamte zitten.
Ken je dat gevoel van “Ah nee, wat heb ik nu weer gezegd, gedaan?”. Dat gevoel dat je liever dood zou gaan dan de confrontatie aangaan met degenen die betrokken waren bij wat je gezegd of gedaan hebt? Dat gevoel dat er misschien, want je weet nog niet zeker hoe anderen erover denken op dat moment, een gerede kans bestaat dat je waardeloos bent? Je hebt iets gezegd of gedaan dat je het liefste zou terugnemen of ongedaan maken. Je zou de tijd willen terugdraaien, maar weet dat ook als je de klok terugzet, het hele gebeuren in het geheugen van de ander of anderen is gegrift. En jij weet niet hoe dat geheugen van die ander het heeft opgeslagen en wat het finale oordeel zal zijn. Dat niet-weten, dat is het ergste. Dat is het waar de woelige storm woedt die jou nu heeft overgenomen. Vertrouwen of een nuchter ‘het doet me niks’, dat zou fijn zijn, maar die schepen komen nu even net niet voorbij varen.
Ik ken het gevoel van schaamte heel goed, het is als een oude wond die opengereten wordt. Als puber en twintiger, dronken boven een toiletpot hangend tijdens een avondje stappen, die ene keer dat ik opstond tegen mijn leraar Duits en afging voor de hele klas omdat hij toch iets scherper bewoord was dan ik, of dat akelige moment dat… Die kwetsbare momenten dat ik me aangekleed poedelnaakt voelde, me niet wist te verweren en the only one to blame was me, myself and I. Die momenten waarop het eigenlijk niet ging om het oordeel van de ander, maar mijn eigen genadeloze oordeel over mezelf. Ik had namelijk het moment met mijn leraar Duits ook als zege kunnen beschouwen, simpelweg omdat ik was gaan staan. Ik had dat moment boven de toiletpot ook kunnen zien als een geslaagd experiment, ik had de grens gevonden van wat mijn lijf aan drank kon verwerken, ik had geleerd dat ik dat nooit meer wilde en ik had zeker de lachers op mijn hand. In het midden van de storm rest me niks anders dan de schaamte helemaal voelen, doorvoelen, één te zijn met de storm. De labels los te laten die mijn Ego erop plakt. Ík geef het de naam schaamte én ik ben degene die het betekenis geeft. Ik ben de jury en de veroordeelde ineen.
Oké, besluit ik, ik ga het aan. Ik los het netjes op. Naar mijn zoon, die ik s avonds, als ik weer op aarde ben geland, extra lang Engels overhoor, dicht tegen elkaar aan in het hoekje van de bank. Naar de moeder stuur ik een appje, dat ik het vervelend vind hoe ik daar aan de deur stond en dat ik dankbaar ben dat mijn zoon tosti’s heeft mogen mee eten (waarvan ik graag nog het recept ontvang!). Nu is het tijd om het met mezelf op te lossen. Ik spreek met mezelf af dat ik alleen nog reis met plantmedicijnen als ik niet daarna het dagelijkse (gezins)leven in hoef. In een meditatie vergeef ik mijzelf, voor de boosheid van ‘Hoe stom kon ik zijn?!?’ én voor het veroordelen van mijzelf. Vergeving is een ware heler. Ik dank het gevoel van schaamte dat mij zo rijkelijk en liefdevol deze wijze lessen leerde en mij samen met de plant medicijnen wees op de wond die geheeld mocht worden. Ik realiseer me dat ik mens ben en net zoals ieder mens de perfecte imperfectie zelve. Ik leef en ik heb mezelf lief, met alles wat er is. Dus ook met een boeiende plantmedicijn reis die mij een stuk wijzer heeft gemaakt.